In 2002 kopte de Volkskrant “Controverse-koning schokt Rotterdam” naar aanleiding van een beeltenis van Hitler van de kunstenaar M. Cattelan in Museum Boijmans Van Beuningen. Binnen de Rotterdamse gemeentepolitiek ontstond er ophef. Leefbaar Rotterdam was bang dat Rotterdammers zich gekwetst zouden voelen door het beeld en was van mening dat het beeld weg moest. In dezelfde periode speelde er in Rotterdam een andere kwestie. Het stuk “Aisja vrouwen van Medina” was afgelast omdat het door ‘minder vrijzinnige geesten in de moslimsgemeenschap’ gezien werd als een belediging voor de profeet. De Marokkaanse acteurs voelden zich geïntimeerd en trokken zich terug.
Beide incidenten waren toen voor de bekende politicoloog Maarten Hajer aanleiding om een betoog te schrijven over “de weerbare samenleving” en over hoe met conflicten om te gaan binnen het stedelijk domein. Beide kunstuitingen maakten iets los in de gemeenschap en de manier hoe de stad hier mee om ging verschilde aanzienlijk. In het geval van het beeld van Hitler probeerde men koste wat het kost het eigen standpunt er door heen te krijgen. Waarom de museumdirectie het belangrijk vond het beeld wel tentoon te stellen kwam niet in het debat terug. In het geval van het toneelstuk werd er vanwege alle ophef een debat georganiseerd waar verschillende Rotterdammers hun standpunten kwijt konden over waarom wel of niet terecht was dat de voorstelling was afgelast. Dankzij deze bijeenkomst kregen verschillende groepen inzicht in elkaars zienswijze. De Volkskrant sprak zelfs van “een historisch moment”. Hajer wilde met zijn betoog er een lans voor breken om de progressieve politiek de weerbare samenleving als doel te nemen. Hij stelde dat conflicten niet vermeden moesten worden uit angst dat mensen gekwetst zouden kunnen worden maar dat ,als er een conflict is, het de kunst is om uit te zoeken hoe er een uitwisseling van gedachten kan plaatsvinden die het conflict in goede banen leidt.
De situatie in 2018
Een ruime vijftien jaar later kan er enigszins cynisch geconcludeerd worden dat het betoog van Hajer weinig resultaat heeft gehad. De politisering en polarisering van het maatschappelijk debat heeft doorgezet en een sterkere vorm aangenomen. Progressieve politiek is verder van het politieke midden komen te staan en kent nu een sterk activistische inslag. De nationalistische-conservatieve revolutie (denk aan Trump) domineert daarnaast het wereldnieuws. Minder dan ooit zijn mensen nu bereid om naar elkaar te luisteren en elkaars standpunten te leren begrijpen. Liever verstopt men zich binnen de eigen bubbel waar alleen gelijkgestemden het woord voeren en creëert men ‘safe spaces’ om niet gekwetst te worden. Het pleidooi voor het versterken van de weerbare samenleving en op zoek te gaan naar vormen van uitwisseling waarmee conflicten in goede banen geleid worden lijkt mij in deze tijd dan ook relevanter dan ooit.
Een weerbare samenleving ontstaat niet vanzelf. Het vereist geduld maar bovenal de wens om er vanuit de samenleving zelf in te willen investeren.
De weerbare samenleving
Onze samenleving wordt – zoals alle samenlevingen – gekenmerkt door tegengestelde belangen, verschillen van inzichten en zelfs fundamenteel andere zienswijzen op grote levensbeschouwelijke vraagstukken. Deze tegenstellingen brengen conflicten en spanningen met zich mee. In een weerbare samenleving escaleren conflicten niet maar leiden deze tot constructieve oplossingen. Dat mensen het niet met elkaar eens zijn of tegengestelde belangen hebben is niet erg. Dat mensen vechten om aandacht te vragen voor hun opvattingen is dat ook niet. Strijd is een van de kenmerken van een democratie. Door de samenleving weerbaarder te maken, wordt deze als vanzelf ook democratischer.
Groepen die lijnrecht tegenover elkaar staan dichter bij elkaar brengen is niet het uitgangspunt van debat. Kenmerk van een debat is het verdedigen van de eigen stelling, niet het overtuigen van de andere partij. Daar is een dialoog of een discussie voor. Op lokaal niveau wordt er als reactie op de polarisering vaak ingezet op consensus vorming en het aangaan van de dialoog. Het debat wordt vermeden, bang dat het tegenstellingen benadrukt in plaats van verschillen doet verkleinen. Als de bestaande tegenstellingen niet boven water komen betekent dat natuurlijk niet dat deze er niet zijn. Uiteindelijk moet iedereen met elkaar samen verder. Het is niet altijd mogelijk dat er consensus komt. Wel is het van belang dat het bestaande conflict in goede banen wordt geleid met respect voor ieders standpunt. In een weerbare samenleving zijn wij niet bang voor tegenstellingen en conflicten, maar omarmen wij deze juist.
Voor de lokale politiek is dat wennen. Veel gemeenteraden hebben “de verdeeldheid in de samenleving” als verantwoordelijkheid naar zich toe getrokken en zoeken naar oplossingen voor de tweedeling. Dat is een grote opgave. Volgens Hajer was progressieve cultuurpolitiek een mogelijke optie. Maar theatergroepen die met een flinke sloot subsidie “een verbindende boodschap” willen verkondigen trekken over het algemeen een vrij homogeen publiek; de progressieve elite die het theater goed weet te vinden. Het gevaar van “the usual suspects’ ligt op de loer. Initiatieven georganiseerd of gesubsidieerd vanuit de gemeente die bedoeld zijn om groepen dichter bij elkaar te brengen bereiken niet de groepen die zij willen bereiken. Het versterkt het idee dat het theater niet voor iedereen is: alleen voor de mensen die een bepaald wereldbeeld delen. De ironie is dat het “filterbubbel” effect daarmee alleen maar groter wordt.
New power: investeren in een weerbare samenleving
Het maatschappelijk middenveld is naar mijn mening veel te veel verstatelijkt. Dat betekent dat private initiatieven te veel afhankelijk zijn van (de steun van) de overheid als zij willen slagen. Daarmee zijn zij ook afhankelijk gemaakt van de grillen en opvattingen van goed bedoelende politici die topdown hun wereldbeeld aan de samenleving willen opleggen. Een weerbare samenleving is er mijns inziens bij gebaat als de verschillende geluiden in de samenleving juist van onderop een plek opeisen. Lead by example. Niet anderen vertellen wat zij moeten doen of wel en niet mogen vinden, maar zelf podia creëren waar mensen de gelegenheid krijgen om te laten zien wat zij doen en te zeggen wat zij vinden. Lokale politici kunnen op hun beurt deze geluiden weer laten weerklinken in de raadszaal. Daarmee krijgt de gemeenteraad weer kleur en zijn de lokale politici duidelijk maatschappelijk verankerd.
Mijn pleidooi om te investeren in een weerbare samenleving is in tegenstelling tot die van Hajer dan ook geen opdracht aan de politiek, maar een aanleiding om zelf als betrokken inwoner aan de slag te gaan. Ik heb afgelopen periode veel maatschappelijk betrokken denkers en doeners gesproken, die allemaal vanuit hun eigen perspectief (progressief of conservatief) een bijdrage willen leveren aan deze weerbare samenleving. Dat inspireerde mij. Komende maanden start ik een podcast waarin ik dieper in ga hoe die energie omgezet kan worden in gave initiatieven. Luistert u dan mee?