Een aantal keuzes van de VVD zijn afgelopen dagen hevig bekritiseerd. Zowel door de eigen leden als door andere partijen. Dat dwingt tot een reflectie. Gelukkig heeft het legioen aan duiders tot een 'tsunami' aan verklaringen geleid over wat er goed en minder goed ging tijdens de campagne.
Moeilijk om daar nog een nieuw inzicht aan toe te voegen maar inmiddels is het wel mogelijk de beste duidingen eruit te halen en enkele minder sterke te bekritiseren.
Daarom een korte beschouwing waarom ik vind dat sommige kritiekpunten onzin zijn, andere kritiekpunten wel hout snijden maar de fractie toch de juiste besluiten heeft genomen.
De analyse van links
Om te beginnen met de minst sterke kritiek: links wees al op de verkiezingsavond met het vingertje naar de VVD. De VVD zou ‘de strategische misser’ hebben begaan om migratie tot onderwerp van de verkiezingen te maken en de deur open te zetten voor een samenwerking met Wilders. Daardoor werd de PVV plotsklaps ‘salonfähig’ en bleef verenigd links steken op 25 zetels. Dit frame werd gretig herhaald door allerlei progressieve duiders.
Natuurlijk: Ruben Brekelmans startte al in de zomer de discussie over de PVV in een interview met EW. Volgens Maurice de Hond was dat ook het moment dat ‘de kiezer’ ook belangstelling kreeg voor de PVV. Het was daarentegen vanaf het begin af aan duidelijk: samenwerken met de PVV zou dan gaan om een thema als migratie, een kabinet Wilders-I zat er niet in. Dilan heeft dat ook in de campagne herhaald.
Een misser? Nee. Het verhaal van de VVD op migratie is genuanceerder dan het verhaal van alle grenzen open of dicht (van uiterst rechts en links). Dat maakt het verhaal lastiger, maar de wens om grip te krijgen op de instroom was nou eenmaal waar het spaak liep in Rutte-IV. Natuurlijk is dat dan het thema van de verkiezingen. Dat was het eveneens in 2017. Toen speelde het thema ook een doorslaggevende rol in de formatie.
Politicologen zagen ook iets anders: de PVV won de verkiezingen niet op migratie maar juist door het thema bestaanszekerheid te claimen, dat nota bene door links was geagendeerd:
Hoe komt het dat Wilders dit onderwerp wel geloofwaardig wist over te brengen? Wilders spreekt de taal van de mensen op straat, hoort wat zij zeggen en herhaalt zijn boodschap in hun woorden. Frans Timmermans was toen druk bezig met vliegreisjes naar Malaga, voor de camera ontkennen dat hij miljonair zou zijn (‘ja oké, met mijn huis erbij..’) en zakte definitief door het ijs tijdens het SBS6-debat. Hij wist niet geloofwaardig te maken dat hij wist wat bestaanszekerheid betekende voor mensen en Wilders maakte het af met een scherpe grap over het 'weldoorvoede' voorkomen van Timmermans. Veel gedeeld op de socials.
Timmermans kwam misschien met een beter onderbouwd verhaal dan Wilders (logos) maar verloor het debat op zijn taalgebruik (pathos) en uitstraling (ethos). Ook opvallend: de kandidatenlijst van verenigd links stikt van de kandidaten die boodschap bestaanszekerheid wel hebben doorleefd. Waarom die niet naar voren schuiven? Niet de VVD kostte de andere partijen zetels. Het verhaal van Wilders sprak de kiezer gewoon meer aan.
Geen zin in kabinet met PVV
Vrijdag nam de VVD-fractie het enige juiste besluit: een stap terug doen en te kiezen voor de oppositie. Probleem: vrijwel elke partij heeft bedacht deze ronde oppositie te willen doen. Kan het land nog wel bestuurd worden? Zonder meer terechte zorgen.
Aan de tafel van Vandaag Inside werd meteen driftig gespeculeerd en geanalyseerd: is dit geen strategische openingszet om de eigen positie te versterken in de onderhandelingen?
Het besluit van de fractie maakte wat los binnen de partij. Leden, lokale netwerken en partijprominenten stuurden brieven naar zowel de kranten als de fractie: ‘waarom niet het gesprek afwachten met Wilders?’
De redenering is logisch: de VVD wil graag een rechts kabinet en weet nog helemaal niet waar zij nu al in deze fase nee tegen zegt. Terecht dat leden en kiezers op dit moment twijfels hebben. Terecht ook dat analisten er een strategie achter zoeken.
Het probleem is dat de fractie dat eigenlijk wel weet: Wilders is niet uit een ei gekropen. Hij is de langstzittende parlementariër en de PVV heeft een bekend trackrecord. Daarbij hoeft er niet eens gekeken te worden naar zijn verkiezingsprogramma (vrijwel onuitvoerbaar) maar ook zijn parlementaire geschiedenis. Veelzeggend voorbeeld: Wilders diende in 2018 samen met het lid de Graaf een initiatiefvoorstel in om praktisch de islam te verbieden in Nederland:
Dit initiatiefwetsvoorstel strekt er toe bij wet te bepalen dat de islam geen godsdienst is maar een gewelddadige, totalitaire ideologie. Het wetsvoorstel introduceert daarnaast een verbod op een aantal islamitische uitingen; moskeeën, scholen, het drukken, verkopen en verspreiden van de koran en het dragen van de boerka en nikaab in de publieke ruimte.
Wetgeving is een serieuze zaak. Een initiatiefvoorstel is geen motie of een persbericht, bedoelt om de aandacht te trekken. Het zet mensen aan het werk en dwingt alle partijen iets te vinden van de plannen van de indieners en zich daar naar toe te verhouden. De Afdeling Advisering van de Raad van State kwam met een historisch kritische reactie en adviseerde ‘af te zien van het wetsvoorstel’. Het leidde tot een ongemakkelijk (en korte) bespreking in de Kamer waarbij alle fracties kritische vragen hadden. Vragen die – in zoverre te achterhalen zijn – nooit door de indieners zijn beantwoord.
Geert Milders
Tijdens de campagne kwam Wilders terug op zijn pogingen de islam te verbieden: zo belangrijk was dat allemaal niet in vergelijking met de andere problemen van dit land. Hij zou zijn toon matigen. De act van ‘Geert Milders’ hield het een paar dagen vol waarna er weer ouderwets gesneerd en geprovoceerd werd op X (voorheen Twitter).
Maar het is niet alleen ‘de toon’ en de anti-rechtstatelijke uitgangspunten: Wilders heeft de afgelopen decennia er bewust voor gekozen om een oppositiemachine te ontwerpen waar hij volledige controle over heeft. De PVV – door het AD omschreven als eenmanszaak – kampt al jaren met personele problemen. Waarbij de korte carrière als verkenner van Gom van Strien de meest recente is.
Als Wilders de oprechte ambitie heeft om te gaan besturen en de zware last van regeringsverantwoordelijkheid te willen dragen dan had hij al jaren eerder daar allerlei stappen voor moeten zetten. Niet twee weken voor de verkiezingen, maar al tijdens Rutte-II na het klappen van de gedoogconstructie. De toon matigen is dan misschien wel de minst belangrijke.
Verkiezingswinst
De duiders die wijzen op dat de 37 zetels van de PVV niet genegeerd kunnen worden hebben zonder meer een punt. 1 op de 4 kiezers heeft voor Wilders gekozen. Dat is een duidelijk signaal. In een ‘winner takes all’ stelsel zoals in Amerika of Verenigd Koninkrijk zou een dergelijke overwinningswinst betekend kunnen hebben dat Wilders het geheel voor het zeggen zou krijgen.
In ons consensus-model ligt dat anders: onze democratie is een kakofonie van tegengestelde idealen, belangen en ideeën die toch in gezamenlijkheid tot een gedeeld geluid moeten komen. Een partij die 25% van de stemmen krijgt kan harder op de trom slaan dan de anderen, maar moet altijd rekening houden met de geluiden die minder hard klinken. Die verantwoordelijkheid ligt nu niet bij de overige 75% maar bij Wilders. Wil hij de dirigent zijn die het orkest leidt, dan moet hij niet eisen dat hij gehoord wordt (wat hij nu doet) maar laten zien dat hij naar de andere partijen kan luisteren.
Tot slot
Dilan Yeşilgöz zei het na de uitslag meteen al: partijen hebben onvoldoende laten blijken dat zij de geluiden van de kiezer serieus hebben genomen. Daar schuilt ook de opgave in voor de VVD. Het verhaal waarmee wij de hort op zijn gegaan vond ik overtuigend. De boodschap van Dilan ‘aan jouw kant’ is voor mij geen lege verkiezingsslogan maar een duidelijke opdracht: politici moeten laten zien oog te hebben voor de ‘alledaagse zorgen van mensen’ zoals Dilan ook uitsprak tijdens haar speech op het verkiezingscongres.
Feit is dat een andere partij het beter lukte om te laten zien dat deze oog heeft voor de zorgen waar mensen mee te kampen hebben. Willen we weer een bestuurbaar land krijgen, dan moeten we er werk van gaan maken dat wij mensen daarvan eveneens weten te overtuigen. Die opdracht begint niet pas tijdens de volgende campagne, maar vandaag al.