Komende 1 april (nee, geen grap) zal Amsterdam wederom verlost worden van een groot en ernstig maatschappelijk probleem: goedkoop bier.
Vanaf die dag gaat het Amsterdamse verbod op de ‘happy hour’ in. Wat concreet betekent dat tijdelijke prijsverlagingen voor alcoholhoudende dranken in de horeca begrensd worden.
Happy hours en zuipketen
Het verbod vindt zijn oorsprong in 2012, toen via een wetswijziging gemeenten de mogelijkheid kregen om in hun APV op te nemen dat prijsacties met dranken begrensd worden. De gedachte achter de wet was onder meer dat in veel (vooral landelijke) gemeenten horecagelegenheden concurreerden met zuipketen en hooischuren waar jongeren zich indronken alvorens zij zich naar de stad begaven. Door tijdelijke (extreme) korting te geven op bier en shotjes probeerden horeca jongeren te verlokken eerder te komen. Die praktijk was controversieel en kon dankzij de APV wijziging aan banden gelegd worden. Niet veel later zou de leeftijd voor alcoholconsumptie stijgen van 16 naar 18 jaar wat horeca sowieso onaantrekkelijker maakte voor jongeren.
Geen noodzaak tot ingrijpen
In Amsterdam speelde bij schrijnend gebrek aan zuipketen en hooischuren die problematiek minder. Happy hours werden voornamelijk ingesteld door doelgroepencafés (LHBTIQ, studenten en toeristen) die zich daarmee op ludieke wijze wilden profileren. Geen reden tot overheidsinterventie. De wijziging in de APV is nooit doorgekomen.
Of die wijziging echt effect had in het land valt te betwijfel. Gemeente Berg en Dal heeft de regel weer afgeschaft omdat het gemeentebestuur vond dat deze ‘betuttelend’ en ‘onpraktisch’ was. Daarnaast beperkt de regel de korting tot maximaal 40%. Dat betekent dat 2 = 1 acties verboden zijn, maar een actie als 9 = 6 (waar toeristengroepen meegelokt worden) wel nog zijn toegestaan.
De Amsterdamse strijd tegen vrijwel alles
Waarom is de regel dan nu wel ingevoerd? Veroorzaken happy hours zoveel onveiligheid en overlast?
Dat is niet het geval. Sinds vorig jaar is het college van B&W de strijd aangegaan met het alcoholgebruik in de stad onder meer vanwege gezondheidsredenen. Dat leidde tot een enigszins curieus voorstel waarin een groot aantal maatregelen stonden genoemd. Kroegentochten zouden verboden moeten worden (juridisch lastig te regelen, maar goed) en er komt voorlichting voor studenten (op een totale studentenpopulatie van 80.000, maar goed). Ook ‘happy hours’ zouden net als kroegentochten niet passen bij “de gezonde, veilige en leefbare stad die Amsterdam wil zijn’. Het paternalisme spat er van af, maar dat is voor Amsterdam nooit reden geweest iets te laten.
Met andere woorden: de maatregel wordt ingevoerd niet omdat het MOET maar simpelweg omdat het KAN. De gemeente heeft de bevoegdheid en maakt er gebruik van. Het effect is onbekend maar kan wel leiden tot problemen voor goedbedoelende horecaondernemers die een ludieke actie organiseren. Een schoolvoorbeeld van onnodige regelgeving.
Het besluit
Het beleidskader leidde op 24 december 2021 tot een burgemeester besluit waarin prijsacties verboden werden:
Het verbod veronderstelt een sterk causaal verband tussen prijsacties in de horeca en problematisch alcoholgebruik. Dat mensen te veel drinken in kroegen zal best, maar het is niet aangetoond dat de prijsacties van Amsterdamse kroegen daar in dusdanige sterke mate aan bijdragen dat een begrenzing onvermijdelijk is. Tegelijkertijd wordt in het besluit en het kader verwezen naar de beperking van prijsacties in de detailhandel. Iedereen die wel eens de reguliere prijs van een krat pils heeft vergeleken met de prijs van een (speciaal) biertje in de kroeg weet dat de horeca nou niet bepaald een concurrent is. Zeker Amsterdam dat al jarenlang de duurste stad is om een rondje in de kroeg te geven.
Zijn er in Amsterdam dan zoveel problematische prijsacties? Dat onderzoek heb ik niet kunnen vinden. Het verbod is ook niet breed bekend onder horecaondernemers. Ik heb een (niet representatief) belrondje gedaan onder ondernemers in West, die allen aangaven niet op de hoogte te zijn van het aanstaande verbod. Ze moesten nog bekijken in hoeverre de begrenzing hun bedrijfsvoering zou raken. Cocktailuurtjes vallen in beginsel ook onder de begrenzing. Omdat cocktails arbeidsintensief zijn om te maken, worden ze veelal met korting aangeboden eerder op de dag wanneer het rustiger is. Die praktijk is mogelijk voorbij.
Welk probleem wordt opgelost?
De formulering van de begrenzing leidt nogal tot wat discussie en ‘ontsnappingsmogelijkheden’. Ondernemers en handhaving worden opgezadeld met een ingewikkelde extra regel om een ander probleem op te lossen dan de regel beoogt. Dat Amsterdam wil optreden tegen kroegen in gebieden waar horeca en dronken toeristen voor heel veel overlast veroorzaken is terecht. Daarvoor is de Wallen ook als alcoholoverlastgebied aangewezen. Alle horecaondernemers in heel Amsterdam beperken in hun ondernemersvrijheid is vrij ingrijpend, zeker omdat een maatschappelijk effect uit zal blijven. Vanuit de stadsdelen zijn wij eveneens niet om advies gevraagd, wat gezien de reikwijdte van het kader opmerkelijk is.
Betekent dit dat de witte wijn sippende elite van Amsterdam ook geraakt wordt door deze maatregel? Natuurlijk niet. Populaire prijsacties als ‘oesters en bubbels’ op de zondagmiddag vallen buiten het verbod. Snacks bij een alcoholhoudende drank mogen namelijk wel onder de kostprijs aangeboden worden, ondanks dat er een stevige korting komt op de combi. Jan met de pet die een kopstootje bestelt in de buurtkroeg wordt wel getroffen. Voor de jenever bij het biertje moet in de toekomst altijd een stevig bedrag betaald worden.