Geveltuinen: echt zo simpel als het lijkt?

“Iedereen een geveltuin: wordt Amsterdam kampioen tegelwippen?” Kopte Het Parool vorig jaar. In Amsterdam kunnen bewoners een aanvraag indienen voor een de gratis aanleg van een geveltuin, die zij vervolgens zelf moeten onderhouden en voorzien van planten.

De gemeente is ambitieus. En moet goede redenen. Met de aanleg van deze tuintjes krikt de gemeente de hoeveelheid groen in de stad op en voorkomt ‘hittestress’. Daarnaast bieden de tuintjes soelaas bij ernstige regenval, die naar verwachting de stad vaker zal gaan teisteren.

Het klimaat redden vanuit de eigen voortuin. Wil wie dat nou niet?

Niet alleen in Amsterdam is men bezig met ‘tegelwippen’. Gemeente Utrecht zet in op 900 geveltuintjes en 100.000 gewipte tegels. Volgens een landelijke website – met steun van het ministerie van I&W – zijn er al bijna een miljoen tegels ‘gewipt’ de afgelopen jaren om plaats te maken voor groen. De wethouder van gemeente Utrecht:

Kees Diepeveen, wethouder openbare ruimte: “Minder tegels en meer groen, het klinkt simpel. En dat is het ook. In de openbare ruimte vervangt de gemeente asfalt of stenen voor groen waar dat kan. Maar we kunnen het niet alleen.  Zo’n 60 procent van de Utrechtse buitenruimte is van particulieren en bedrijven. Daarom wil ik alle inwoners van de gemeente Utrecht oproepen om (een paar) tegels te wippen en te vervangen voor groen of een geveltuintje!”

Is het echt zo simpel als de wethouder doet voorkomen? Zoals wel vaker is het antwoord nee en daar schuilt een gevaar in voor wethouders die graag de wereld willen redden. In de praktijk komt er heel veel regelgeving en bureaucratie bij kijken.

Gemeenten die het stimuleren van geveltuinen zien als een krachtig wapen in het tegengaan van de “ grote” problemen als klimaatverandering en hittestress moeten niet hun ogen willen sluiten voor de ‘kleine’ problemen (zoals burenruzies, bureaucratie en juridische problemen) die ook bij deze initiatieven horen

Waar moet een gemeente rekening mee houden? Dan moeten we eerst bekijken waarom geveltuintjes tot gedoe kunnen leiden.

Van wie is de openbare ruimte?

In het dichtbevolkte Nederland wordt er om elke vierkante meter openbare ruimte gevochten. Niet alleen belangen botsen, maar ook de visies op de openbare ruimte zelf. 

Dit artikel over geveltuintjes is de tweede in een serie over alledaagse zaken in de openbare ruimte. De hoop is dat er meer aandacht komt voor de keuzes die gemaakt moeten worden de soms lastige afwegingen die hierachter plaatsing ervan zitten. Meer wederzijds begrip draagt mijns inziens bij aan een hogere kwaliteit van onze leefomgeving.

Verantwoording: voor deze serie zijn tientallen onderzoeken geraadpleegd evenals veel scripties van studenten die in diverse gemeenten case-studies hebben gedaan. Er is dankbaar gebruik gemaakt van de kennis uit databases zoals straatbeeld, omgevingsweb en publicspaceinfo. Daarnaast zijn er tientallen beleidsdocumenten van verschillende gemeente verzameld, waarbij opvalt dat gemeenten op dit gebied vaak voor dezelfde uitdagingen staan en veel van elkaar zouden kunnen leren.

 

Geveltuinen als aanleiding voor burenruzies

Dat het niet altijd goed gaat bewijst een ‘slepende burenruzie’ in Amsterdam Zuid waar een geveltuintje het strijdtoneel geworden is van een conflict tussen buren. Inzet van de strijd is de vraag wie het tuintje mag beheren. De nieuwe bewoners van de benedenwoning of de persoon die er boven woont. De gemeente heeft besloten het geveltuintje weer te betegelen.

Dergelijke conflicten komen vaker voor bij overlijden of verhuizingen. Nieuwe bewoners moeten dan met elkaar afspraken gaan maken en dat gaat niet per definitie altijd goed. Als dat niet lukt, is veelal het uitgangspunt dat de gemeente weer de boel dichtgooit. Wat tot gedoe kan leiden in de gemeenteraad omdat raadsleden – terecht – menen dat het betegelen in strijd is met het beleid om tegels te wippen.

Het komt eveneens vaker voor dat gemeenten ervoor kiezen om op een gegeven moment het aantal geveltuinen weer terug te brengen. Soms met als argument dat ‘er binnen die specifieke wijk al voldoende groen is’. Geveltuinen leggen een claim op de openbare ruimte (en gaan bijvoorbeeld ten koste van de loopruimte) en brengen zowel voor bewoners als gemeenten enkele risico’s met zich mee. Naast de praktische aspecten lopen gemeenten ook diverse juridische risico’s.

Geveltuinen: een ‘oerwoud’ aan regels

Het is in de meeste gemeenten niet toegestaan om zonder toestemming van de gemeente een geveltuin aan te leggen voor een woning. De reden is dat de gemeente veelal grondeigenaar is of regels gesteld heeft aan de inrichting van de openbare ruimte. De dubbelrol van de gemeente (eigenaar en publiekrechtelijk beheerder) maakt dat er bij geveltuinen zowel sprake is van een publiekrechtelijk als privaatrechtelijk aspect. Sommige gemeenten vragen om een vergunning (bijv in gebruik nemen openbare grond of objectvergunning voor de bakken) maar met het oog op de administratieve lasten gemeenten doorgaans geregeld in de APV dat geveltuinen zijn toegestaan mits er voldaan is aan een aantal voorwaarden. Als er geen meldings- of vergunningsplicht is moet de gemeente over voldoende toezicht beschikken om de ontwikkelingen in de gaten te houden.

Vrijwel altijd moet de gebruiker van de tuin een huur- of gebruiksovereenkomst aangaan met de eigenaar van de grond. Omdat een geveltuin grenst aan de gevel van een pand moet ook de pandeigenaar toestemming verlenen.

De gemeente is in beginsel verantwoordelijk voor het groenonderhoud in de openbare ruimte. Bij geveltuinen is er sprake van zelfbeheer. Dat betekent dat de verantwoordelijkheid voor het beheer van het groen in de openbare ruimte overgedragen wordt aan particulieren. Daar is vaak apart beleid voor omdat de overdracht consequenties heeft voor het gehele groenbeheer. Meestal gaat het om een omwonende die via een beheerovereenkomst toezegt zorg te dragen voor het beheer. De omwonende krijgt hier geen vergoeding voor, in enkele gemeenten moet er een bedrag betaald worden voor de aanleg of het gebruik van het geveltuintje.

De gemeente loopt concrete risico’s

Een gemeente loopt een concreet risico bij het toestaan van geveltuintjes, namelijk dat van aansprakelijkheid en ‘verkrijgende verjaring’. Bij geveltuinen is er vaak sprake van “inbezitneming” van de gemeentegrond door de gebruiker. In de praktijk verlopen beheersovereenkomsten en worden deze door gemeenten niet consequent verlengd. Na verloop van tijd (20 jaar) kan de gebruiker (juridisch: bezitter) een claim doen op de gemeentegrond en deze tot het eigendom rekenen. Interessant om bijvoorbeeld de hoeveelheid grond die hoort bij een pand te verhogen en daarmee ook de waarde. Dit vraagstuk kent diverse en mitsen en maren (alleen het onderhouden van een stuk grond is onvoldoende, er moet bijv ook een schutting staan), maar is een terugkerend probleem bij bewoners die gebruik maken van gemeentegrond.

Om het verlies van grond tegen te gaan kan de gemeente allerlei regels stellen met betrekking tot de geveltuinen. Er mag bijvoorbeeld geen schutting of grote heg omheen komen te staan en een toezichthouder moet in de gaten houden of de overeenkomsten nog kloppen en worden nageleefd. Dat vereist een zorgvuldige administratie die toekomstbestendig is. Voor vrijwel elke gemeente een uitdaging. In Amsterdam kennen we de traditie om elke vijf jaar de volledige organisatie en bestuurlijke inrichting op de schop te gooien. Dat betekent dat de afspraken die in 2004 in stadsdeel Westerpark gemaakt zijn door toenmalige ambtenaren en bestuurders nog goed moeten aansluiten op de organisatie van 2022. In de praktijk blijkt dat veel mondeling wordt overeengekomen of via mailwisselingen die niet gearchiveerd worden.

De gemeente blijft aansprakelijk

De gemeente blijft als beheerder van de openbare weg aansprakelijk voor allerlei ellende die een slecht onderhouden geveltuintje met zich mee brengt. Hoewel de gebruiker er aangehouden is om goed te snoeien, gaat de rekening bij een ongeluk naar de gemeente toe. Zeker als er in een drukke straat ‘wildgroei’ van tuintjes ontstaan kan dat problematisch zijn. Gebruikers van de tuintjes zijn wel aansprakelijk voor schade die ontstaat aan leidingen etc. bij het tuinieren.

Het komt door uiteenlopende redenen regelmatig voor dat gemeenten het zicht op de geveltuinen die zij in beheer hebben uitgegeven verliezen. Soms omdat er diverse afdelingen bij betrokken zijn (beheer, grondontwikkeling en groenonderhoud), soms omdat een wethouder niet tegen bewoners durfde te zeggen dat hun tuintje moest verdwijnen nadat het huurcontract afliep. Het tuintje wordt dan gedoogd tot het moment dat iedereen vergeten is dat die afspraak is gemaakt.

Geveltuinen leveren botsingen op tussen ambtenaren en bewoners

Er komen dus nogal wat regelgeving en afspraken kijken bij de aanleg, onderhoud en voorzetting van geveltuintjes. Dat brengt in de praktijk spanningen met zich mee. Ik heb diverse mailwisselingen gezien tussen ambtenaren en bewoners waar zelf een ervaren jurist niet doorheen kan komen. Zoals wel vaker lijken de spelregels die een gemeente als Amsterdam (of de gemeente Voorschoten) op de website publiceert helder, totdat er een concrete spanning voor doet.

Wat bijvoorbeeld als een groep anonieme, dronken toeristen een tuintje vandaliseert en schade berokkent aan het pand? Of als een plant die oorspronkelijk door de gemeente is betaald (a 5000 tot 7000 euro) sterft en vervangen moet worden? Of een groenbeheerder die meent dat in zijn contract al beheer van groen in de openbare ruimte is meegenomen dus ook het beheer van het groen dat bij particulieren is ondergebracht? Nog ingewikkelder wordt het als een woningbouwvereniging (vanwege onderhoud aan het pand) alle tuintjes ruimt om plaats te maken voor de steiger.

In de gemeentelijke spelregels kan staan dat het mag (“Het kan zijn dat de gemeente of nutsbedrijven hiervoor begroeiing moeten verwijderen. De gemeente is niet aansprakelijk“) maar het aanzicht dat een tuintje waar tien jaar aan gewerkt is binnen een ochtend verdwenen is om plaats te maken voor een dixi-toilet en een steiger doet wat met een mens.

De oplossing

Het zijn enkele praktische zaken die bewoners met groene vingers tot waanzin kunnen drijven en ook een grote inzet en zorgvuldigheid vragen van de gemeente. De bureaucratische hel waar bewoners in verzeild raken kan voorkomen worden door de afspraken te uniformeren en goed inzichtelijk te maken, ook voor alle andere afdelingen (groen, grond, juridische zaken etc.) die bij geveltuinen betrokken zijn. Dat vereist meer dan alleen het opstellen van ‘spelregels’ (met wat algemeenheden over omvang geveltuinen en aansprakelijkheid) maar ook een gefundeerd raamwerk waar die spelregels op gebaseerd zijn.

De inzet van de gemeente is een ander probleem, zeker in de tijd waarin capaciteit schaars is. Geveltuinen en zelfbeheer (zeker op grote schaal) levert allerlei onvoorzien gedoe op waar capaciteit voor nodig is. De inzet moet meegenomen worden in de begroting, wat in de praktijk zelden gebeurt. Om in de woorden van de wethouder uit Utrecht te spreken “het klinkt simpel en dat is het ook”. Alleen moet er dan niet te gemakkelijk over gedacht worden.

Wethouders die alleen kijken naar de score-teller op nk-tegelwippen.nl zullen waarschijnlijk niet lang er bij stil staan welke verantwoordelijkheden er bij zelfbeheer en geveltuinen komen kijken. Het is te hopen dat raadsleden – die over de bijhorende begrotingen gaan – daar wel opletten.

Wat denk jij dat Nederland nodig heeft?

Wat mij betreft een heldere en realistische kijk op gemeentelijk beleid. 

In mijn nieuwsbrief vind je unieke inkijkjes in de Amsterdamse politiek en blijf je op de hoogte van relevante ontwikkelingen op het gebied van participatie en bestuurskunde. Lees je iets dat je interessant vindt? Laat mij het dan weten!

Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief via onderstaand formulier:


    Laurent Staartjes

    Amsterdammer. Socioloog. Bestuursrechtjurist. Gek op koken, squashen en musea. Ik blog over lokale politiek, staatsrecht en de kunst van verhalen vertellen. 

    Volg mij op Twitter of lees meer over mij.

     

    Geef een antwoord

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *