In zijn column ‘GroenLinks, blijf van de volkstuinen af!’ kraakt Teun van de Keuken het voornemen van de Amsterdamse GroenLinks-wethouder Marieke van Doorninck om de huur van volkstuintjes met 800% te verhogen. Hij is niet de enige: al de hele week regent het berichten, ingezonden brieven en petities tegen dit voornemen.
De huurverhoging voor Amsterdammers met een volkstuin komt niet geheel onverwacht – de huur is momenteel erg laag – maar het forse percentage waarmee verhoogd wordt valt de tuinders rauw op hun dak. De verhoging komt ook nog eens bovenop veel andere lasten die door het college flink verzwaard worden in deze toch al moeilijke tijden. Voor veel huurders met een beperkt inkomen wordt de tuin vanaf komend jaar onbetaalbaar.
Gunst of last?
De gemeente Amsterdam zou de gemeente Amsterdam niet zijn als de exorbitante huurstijging niet verkocht zou worden als een gunst. In de “uitvoeringsstrrategie volkstuinenbeleid” wordt geredeneerd dat huurders momenteel maar 0,42 cent per vierkante meter betalen, “de werkelijke prijs” van de tuin op 6 euro per vierkante meter ligt en de gemeente met de voorgestelde verhoging naar 2,25 euro dus nog een stevige korting geeft! Om het feest compleet te maken zal de huurverhoging door de gemeente geïnvesteerd worden in de tuinen zelf. Wat de gemeente betreft mogen de tuinders dus in hun handjes knijpen dat de gemeente zich bekommert om hun belangen.
Arm versus rijk
Maar wat betekent dit voor al die huurders die zo meteen de huur niet meer kunnen betalen en dus afscheid moeten nemen van hun tuintje? Een plek waar ze soms al decennia zitten? Het college (dat bekend staat als “kneiterlinks”) heeft daarvoor ingewikkelde termen als ‘solidariteit’ en ‘herverdeling’ erbij gepakt en is tot een ‘tegemoetkomingsregeling’ gekomen:
[row] [col span__sm=”12″ padding=”0px 10px 10px 10px” bg_color=”rgb(158, 219, 255)”]Tegemoetkomingsregeling
Een volkstuin moet ook voor mensen met een lager inkomen bereikbaar blijven. Daarom komt er een tegemoetkomingsregeling: maximaal 25% van de tuinders kan vanwege een laag inkomen een korting aanvragen van 50% op de huurprijs van de grond. Het is de bedoeling dat de tuinders elkaar daarbij onderling gaan ondersteunen: aan de overige 75% van de tuinders wordt gevraagd om samen deze korting voor de tuinders met een laag inkomen te betalen. Deze regeling wordt de komende maanden in overleg met de Bond van Volkstuinders en overige volkstuinverenigingen uitgewerkt.
[/col] [/row] [row] [col span=”6″ span__sm=”12″]Op Twitter maakt de discussie veel los. Critici betwijfelen of de voorgestelde oplossing echt zo ‘groen’ en ‘sociaal’ is als enkele raadsleden doen geloven.
[/col] [col span=”6″ span__sm=”12″]Ja het is wel de uitdaging om dat goed te organiseren. Maar het proncipe van sterke schouders kunnen wat meer last dragen lijkt me wel zo sociaal.
— Zeeger Ernsting (@zeeger) November 30, 2020
[/col] [/row]
Gaat deze regeling het probleem oplossen? Het uitgangspunt komt heel links en progressief over maar ook de linkse raadsleden zien al in dat ‘het nog een behoorlijke klus’ wordt. De invulling van de regeling zal bepalend zijn.
De oplossing is helaas fundamenteel gemankeerd. Dat de raad al akkoord moet gaan met het voorstel voordat de oplossing is uitgewerkt is ongelukkig. Dat kan alleen als de raad erop kan vertrouwen dat de oplossing werkt. En dat vertrouwen is er objectief gezien niet. Er wordt ingezet op een curieus experiment.
Verschillende soorten Amsterdammers
De huurders van de volkstuinen zijn (tot zekere hoogte) een afspiegeling van de stad en de grote verschillen die je in de stad ziet, zie je ook terug op de complexen. De verschillende huurders hebben verschillende achtergronden en behoeftes.
Je hebt onder meer de ‘oude tuinders’ met vaak relatief lage inkomens voor wie het tuintje een plek is waar ze veel tijd in stoppen. De tuin is echt bedoeld als productie en wat er gekweekt wordt, belandt op tafel, wordt verkocht of weggeven aan bekenden. De productie van de tuin maakt het leven betaalbaar.
Daarnaast heb je ‘nieuwe tuinders’. Amsterdammers met een behoorlijk inkomen die het tuintje gebruiken om in de weekenden even tot rust te komen. De tuin fungeert als verblijfplaats, ontspanning en niet als productie. Zoals Teun van de Keuken dat treffend weergaf in zijn column worden deze door sommige tuinders worden deze weggezet als ‘proseccotuinders’. Mensen die maar heel beperkt op het complex te vinden zijn en hun tuintje soms wat laten verloederen. In de ogen van tuinders die productie draaien een groot verlies van goede grond.
De belangen van alle verschillende tuinders botsen dus nog wel eens. Tijdens Algemene Ledenvergaderingen kunnen de gemoederen flink oplopen. Zeker als er ‘gevoelige onderwerpen’ op de agenda staan zoals de contributie (en wanbetalers) en eventuele investeringen die gedaan moeten worden. Kwesties die voor sommige huurders grotere gevolgen hebben dan voor andere type huurders.
Volkstuincomplexen kennen een bijzondere en delicate sociale dynamiek. De opgave om voor alle Amsterdammers (en alle verschillende behoeften) een passend voorzien aan te bieden is nu al een pittige.
De regeling: een onbedoeld gevolg
Ondanks de verschillen in gebruik en behoeften is er sprake van gelijkwaardigheid. Bij de meeste verenigingen is alles goed geregeld. Iedereen betaalt uiteindelijk contributie, draait vrijwilligersdiensten en is gelijkwaardig lid.
De tegemoetkomingsregeling creëert feitelijk twee type leden: de A-leden die volwaardige huur betalen voor hun tuintje en de B-leden die een stevige korting krijgen. De huurprijs van de A-leden stijgt nog meer dan beoogt omdat zij ook betalen voor de ‘armlastige’ B-leden. Herverdelen wordt dat door de gemeente Amsterdam genoemd.
Met het oog op de privacy zullen er constructies bedacht worden om niet inzichtelijk maken wie / wat betaalt. Het zal mogelijk vertaald worden in een A-tarief en en B-tarief. Kan het geheim blijven welke huurder welk tarief heeft? In kleine gemeenschappen kan dat moeilijk zijn, zeker als elk verschil breed wordt uitgemeten.
Het B-tarief is namelijk ook een schaars goed. Maximaal 25% komt ervoor in aanmerking en ‘de materiele gevolgen’ zijn aanzienlijk. Hoe en wie deze ‘grote eer’ toebedeeld krijgt moet nog uitgewerkt worden.
Wat zullen de gevolgen zijn voor de gelijkwaardigheid? Trotse tuinders die nu evenveel huur betalen als hun buurman zullen een beroep moeten doen op de barmhartigheid van dezelfde buurman willen zij hun tuintje (en hun productie) kunnen behouden. Dat wordt solidariteit genoemd, nadat de gemeente zelf de verhoging heeft opgedrongen.
De dynamiek op de volkstuincomplexen verandert er hoe dan ook door. Je zou het een interessant sociologisch experiment kunnen noemen. De verbetenheid waarmee huurders nu tegen de maatregelen in het geweer komen doet vermoeden dat de Amsterdammers zelf niet op dergelijke sociologische experimenten zitten te wachten. En dat kan ik heel goed begrijpen.